Het zal mijn achternaam wel zijn die maakt dat mensen regelmatig tegen mij zeggen dat ik dapper ben, terwijl wat ik deed voor mij vanzelfsprekend was. Als ik geen angst voel komt het niet in mij op aan moed te denken. Gek is dat, dat je moed dus nooit bij jezelf opmerkt, behalve als het je ontbreekt.
Ergens van binnen, weet ik heel goed wat ik te doen heb. Uit mijn hol kruipen. Kriebels serieus nemen. Luisteren, kijken en zien wat ‘de wereld’ nodig heeft van mij. De ontmoeting aangaan. Draken bezweren. Vol Brengen. Als ik zo onderweg ben voel ik dat ik echt leef. Het er toe doet.
Regelmatig bekruipt mij echter angst dat ik niet aan de verwachtingen voldoe, dat ik afgewezen zal worden, dat ik anderen kwets, dat anderen sterker zijn voor een rol, dat ik te oud ben of te jong, dat ik niet goed genoeg voorbereid ben, dat ik ontoereikend ben, dat ik iets niet goed gedaan heb, dat ik geen ruimte heb, dat ik er buiten sta, en nog zo wat. Menselijke angsten, wie heeft ze niet. De fysieke spanning die dit oproept weerhoudt mij er soms van gewoon te doen wat ik tedoen heb, inclusief die spanning. Dom, want de ‘korte-termijn-pijn’, waar je door heen moet, is beter te hebben dan het lange-termijn-onbehagen dat niet acteren betekent.
Altijd moet je een drempel over om uit je comfortzone te treden en de veiligheid los te laten. En angst bekruipt je vooral als je denkt dat dat veilig kan door je performance perfect naar ieders oordeel voor te bereiden en alles onder controle te houden. Als je er niet op durft te vertrouwen dat het wel goed komt, omdat jij het bent. Het is onliefde. Je raakt uit contact met de wereld en jezelf. Dodelijk voor het zieleleven.
In een museum in Madrid werd ik getroffen door het bijschrift bij een schilderij van Paul Klee:
‘Alles wat WEZENIJK is, is in wording’ stond er naast. ‘Mens zijn is je onvoltooidheid aanvaarden en leven vanuit verlangen het goddelijke te benaderen’. Want verlangen doet de geest leven. Maakt dat je je verbonden voelt met het onzichtbare, grotere, goddelijke. En als je de geest hebt, dan is vertrouwen opeens vanzelfsprekend.
Volgens Plato heeft ieder mens vier kwaliteiten (deugden) waarop hij kan vertrouwen bij het beteugelen van angsten en driften.
- De kwaliteit van het hoofd, wijsheid die helpt om het juiste evenwicht tussen te vinden tussen onbezonnenheid en te veel denken
- De kwaliteit van het hart, het vermogen om te verlangen en ons met liefde aan iets of iemand te wijden. Je hart behoed je voor te veel meegaandheid of juist teveel terugtrekken, beiden door angst veroorzaakt
- De kwaliteit van de buik, die het vermogen heeft om de juiste maat te voelen tussen te veel of te weinig aan lust en drift
- En als verbindende kwaliteit voor deze drie beschikt de mens over de deugd van rechtschapenheid als kwaliteit van de geest. Een natuurlijk gevoel voor balans en hoe recht te doen aan de eenheid van de schepping
Ik vind dat mooi.
Interessant in het licht van mijn opsporingsonderzoek naar moed is dat Plato liefde zet tegenover angst. Als je angsten ontkent, of je er door laat terroriseren wordt het koud om je heen, raak je het contact met jezelf en anderen kwijt. Angst smelt als er warmte bij komt. Dus open dat hart op spannende momenten in plaats van het te sluiten en te vechten of je terug te trekken!
De moedige held uit het sprookje wordt zich bewust wat zijn opdracht is en maakt zijn angsten onbelangrijk door zijn hart te openen voor ‘the needs in the world’. Hij wil iets teweeg brengen uit liefde. Een spannend avontuur, dat wel. Maar, omdat hij iets wezenlijks wil bereiken, ontmoet hij helpers op zijn pad en zegeviert hij op een eenvoudige manier. De eerste stap is je bewust te worden waar de ‘opdracht’ voor jou nu eigenlijk werkelijk ligt. Creëer er tijd voor en zoek helpers in je eigen kring of een coach. De roep van het leven vraagt je te vertrekken. Uit hart voor jezelf. In het vertrouwen dat je moed beloond wordt, de weg zicht ontvouwt en je bovendien onderweg helpers ontmoet.
Een cliënt van mij zei ooit nadat hij helder had wat hij echt wilde: “Ja kijk, ik weet nu wel dat ik geen graankorrel ben, maar weet de kip dat ook?” . Kippenvrees dus. Uitsluitend nuttig voor graankorrels. De wereld is er niet op uit je klein te maken. Macht geef je zelf uit handen uit onliefde.
Het devies is: ‘gewoon gaan’ in vertrouwen dat het goed komt. Die moed heb je. Je doel is heilig. Het gaat om leven.
Ter bemoediging:
‘Mens durf te leven’ gezongen door Ramses Shaffy.